Lockheed RT-33A TP-19/M-101 Shootingstar L..J. Ravier

Piloot, sergeant-vlieger L. J. Ravier

306 Squadron Fotoverkenning

In september 1954 werd 306 squadron voor een kleine twee maanden gestationeerd op de Duitse basis Buckeburg. Rond die tijd was ook duidelijk geworden dat de Thunderjet verouderd was. 306 squadron zou worden uitgerust met een heuse fotoverkenner, de RF-84F Thunderflash.

De RT-33A's kenmerkten zich door een iets dikke stompe neus welke naar voren toe opklapbaar was, waardoor men de camera's gemakkelijk kon bereiken.Na het inbouwen van de camera's maakte Lt. Kerstens de eerste vluchten met de nieuwe RT-33A.

In principe diende de vlieger eerst een aantal vlieguren op de RT-33A te maken, alvorens over te stappen naar de Thunderflash.

Een verder verschil met de "normale" T-33 was dat de RT-33A "solo" gevlogen werd, dit om in de backseat ruimte te maken voor de benodigde elektronica. Om de vluchtduur te vergroten was er een extra brandstoftank ingebouwd.

De RT-33A was niet gemakkelijk te vliegen omdat door de verbouwingen zoals de extra tank en de ingebouwde camera's het zwaartepunt anders was komen te liggen. Zo moest de RT-33A tijdens de landing met wat meer knopen tegen de landingsbaan worden gevlogen.

Na twee jaar was het squadron volledig overgeschakeld op de RF-84F Thunderflash en waren de RT-33’s overbodig geworden. Intussen (13 juni 1957) was nog een derde RT-33A (TP-21) aan het squadron toegewezen. De Thunderflashes zijn toen vooral voor operationele fotovluchten ingezet en de RT-33A voor externe fototaken, bijvoorbeeld, fotograferen van ijsgang of van de deltawerken.

Vanaf eind 1957, toen 306 squadron was overgeplaatst naar vliegbasis Deelen, werd tevens besloten dat het squadron alleen operationeel fotowerk zou verrichten. Er werd eind 1958 een apart onderdeel opgericht voor het uitvoeren van de overige foto-opdracht, de Basis Fotovlucht Deelen. Bij dit onderdeel waren een aantal Piper Cubs, Harvards en de drie RT-33A’s ingedeeld. Omdat de toestellen niet meer bij een operationeel squadron waren ingesteld, kregen ze hun M-registraties (M-101 t/m 103) terug op de neus.

In 1968 werd de Fotovlucht opgeheven. Bij de RT-33 waren echter al veel eerder, namelijk in 1963, de fotocamera’s verwijderd en werden de toestellen alleen nog gebruikt als eenpersoons trainer en ingedeeld bij de TVO op Woensdrecht. In de loop van de jaren zestig werd ook de camouflage weer verwijderd en werden de toestellen weer zilverkleurig gespoten.

Registratie Sqn US Fiscal   Constr.   In dienst    Uit dienst     Opmerkingen

         code Year-nr.   nr. 

M-101  TP-19 54-1541  9164    16-8-1955   24-1-1959   Crash Hoge Veluwe

Technische gegevens Lockheed RT-33A:

Aanmetingen:

Spanwijdte 11.85 m. lengte 11.49m. hoogte 3.56 m.

Gewichten:

Leeggewicht 3670 kg. vlieggewicht 5432 kg.

Motortype:

1 Allison J-33-A35 van 2360 kg. stuwkracht.

Prestaties:

Max. snelheid 928 km/u

Klim naar 25000 ft in 7 minuten

Plafond 14480 m.

Actieradius 2150 km.

Bewapening:

Bij de RT-33A niet van toepassing.

Later werden de M-102 en M-103 in het kader vande vergroening gecamoufleerd.

Crash 24 januari 1959 Deelense Veld, Hoge Veluwe

Zaterdagmiddag heeft een RT-33 (TP-19) straalverkenningsvliegtuig van de vliegbasis Deelen, kort na de start, een noodlanding moeten maken. Het toestel kwam terecht op een open terrein in het nationale park“ De Hoge Veluwe”. De vlieger bleef ongedeerd. Het vliegtuig is zwaar beschadigd, en is afgeschreven. Er is geen letsel of schade aan derden toegebracht. De piloot, sergeant-vlieger L .J. Ravier uit Grave, die was opgestegen voor en normale oefenvlucht zette zijn toestel in een buiklanding aan de grond, omdat de brandstoftoevoer naar een van zijn motoren uitviel. Het toestel kwam 3 km ten Noorden van de vliegbasis neer.

Bronnen