In de natuur ben je nooit alleen
Mustang Mk IIIB FB 396 SZ-F A.J. Kawiński
Andrzej Jan Kawiński
F/Sgt Andrzej Jan Kawiński, geboren 25 januari 1924 te Warszawa, Polen. Plutonowy. Service nr. P782019/049. KIA 6 september 1944.
316 Squadron“City of Warsaw" Polish Fighter Squadron(316 Dywizjon Myśliwski "Warszawski")
Het 316 Squadron was een Poolse vechters squadron opgericht in Groot-Brittanië alsonderdeel van een overeenkomst tussen de Poolse regering in ballingschap en het Verenigd Koninkrijk in 1941. Het was een van de vele Poolse eskaders die samen vochten met de Royal Air Force tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Het werd samengesteld op Pembrey op 15 februari 1941 en uitgerust met Hawker Hurricane Mk I. Het hield zich bezig met defensieve taken boven het zuid-westen van Engeland tot het opnieuw werd uitgerust met Hurricanes Mk II’s en met hun akties begonnen boven het noorden van Frankrijk. In oktober 1941 werd het squadron uitgerust met Spitfires VB en VC en verhuisden naar Northolt. Aan het eind van juli 1942 werden ze overgebracht naar Yorkshire.
In maart 1943 kwam het voor zes maanden weer zuidwaarts voor nieuwe offensieve operaties.
In april 1944 kwamen er Mustangs III en werd het squadron verplaatst naar East Anglia voor jachtbommenwerper escort missies.
In de zomer van 1944 werden de Mustang III’s van het squadron overgedragen voor de strijd tegen de V-1's. Ze waren zo succesvol dat in juli het hele squadron verplaatst werd naar de zuidkust om mee te vechten, net als een volledige vleugel van drie eskaders van de Mustangs van de 2de Tactische Luchtmacht. Ze escorteerden vanaf oktober 1944 voor de rest van de oorlog de Vliegende forten tijdens hun aanvallen.
Op 11 december 1946 werd het squadron ontbonden.
Mustang Mk.IIIB FB396 SZ-F
Voordat het toestel naar het 316 Squadron ging was het in gebruik bij de USAAF onder de codes P-51C 42-103546 van de RAF en werd in mei 1944 Mustang Mk.III FB 396. Het kreeg de code 'SZ-F' van het 316 (Polish) Squadron, RAF.
Specificaties
Spanwijdte: 11,28 mtr
Lengte: 9,83 mtr
Topsnelheid: 703 km/u op 7620 mtr
Maximale startmassa: 5488 kg
Vliegbereik: 2655 km met afwerpbare tanks
Praktisch plafond: 12.771 mtr
Bewapening: 4 vaste, voorwaartsvurende, op de vleugel gemonteerde 12.7 mm-mitrailleurs,
tot 907 kg bommen onder de vleugels, of ongeleide raketten
Motor: 1 Packard V-1650-7 Merlijn-lijnmotor, 1720 pk
VliegveldColtishall
RAF Coltishall was een Royal Air Force Station, een militaire vliegbasis, 10 mijl (16 km) noord-noord-oost van Norwich, in het Engelse graafschap van Norfolk, East Anglia, 1938-2006.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog, vloog de Hawker Hurricane op Coltishall. Later werd het de thuisbasis van nachtjagers (Spitfires en Mustangs). Op hetzelfde moment opereerde de Royal Navy Fleet Air Arm vanaf RAF Coltishall boven de Noordzee. Van 10 februari - 7 april 1945 was het de basis voor het 124 Squadron, in die tijd een jachtbommenwerper squadron die vloog met Spitfire IX.HF’s, onderwijl bombardeerde het squadron V2 lancering opstellingen in Nederland. Aan het einde van de oorlog, werd Coltishall overgedragen aan de Poolse squadrons tot de vliegers naar huis terug keerden.
Crash 6 september 1944 in het noorden van Oud Reemst
Hij werd begraven op de Algemene begraafplaats MoscowateArnhemin graf 39.
Berging
De Mustang is geborgen door Grüter en Copier & Co op 12 september 1944 bij Oud Reemst en naar Deelen gebracht en waarschijnlijk afgevoerd naar Utrecht west waar het Zerlegebetrieb was gevestigd. De berging is begonnen om 10.00 uur enbeëindigd om 18.00 uur. Er is 60 uur doorberekend en de berging is door 5 man uitgevoerd.
Plut. pil Kawiński vertrok vanuit Coltishall met zijn Mustang FB 396, code SZ-F, om Duitse transport colonnes aan te vallen in Nederland. Zijn vliegtuig werd geraakt door Flak en stortte neer om 13.53 uur in het noorden van Oud Reemst.
De piloot werd bevestigd als KIA.
Bron: Ad Huiding, kopie van rekening berging Grüter en Copier en Co (GRUCO) uit eigen archief.
Zerlegebetrieb Utrecht
Bron: m.utrecht.nl , Archeologie Duits vliegtuigwrak.
Bron: foto ??
In juni 1940 werd door de Duitse bezetter de ‘Dienstelle Luftwaffenbeute’ opgericht. Hoewel de naam suggereert dat deze dienst zich alleen bezighield met het afvoeren van buitgemaakt vliegtuigmaterieel, is deze in eerste instantie vooral druk met het bergen van vliegtuigwrakken uit de meidagen van 1940.
In 1942 werd deze afdeling opgewaardeerd en werden gecoördineerd Duitse en Geallieerde vliegtuigwrakken geborgen. In oktober 1940 werd de houthandel van de firma Jongeneel aan de Cartesiusweg 127 in Utrecht door de Duitsers gevorderd en ingericht als ‘Zerlegebetrieb’. Een eenmaal vrijgegeven wrak ging vanaf dat moment voor recycling naar Utrecht, waar de bruikbare vliegtuigonderdelen werden verwijderd of hersteld.
© Harry Schoel 2012